Ergens was de waarheid verborgen
Toen het zoeken ernaar begon
Hoe zouden we haar kunnen vinden
Omdat het slinks de boom in klom
Nog steeds zoeken we op de aarde
In het gras en in de wei
Tussen afval en oude takken
Halen er grootse onzin bij
Maar al zoekend struikelen we
Vallen met ons hoofd tegen de boom
Wrijvend over de grote buil
Kijken we verbaasd naar omhoog
Stond die boom er al zo eeuwig
Hoe kwam het dat ik hem niet zag
En wat rust wakker daar op de takken
Met een sinister lijkende lach?
’t Zal toch niet de waarheid wezen
Al is de kracht ervan immens
Het lijkt wel of er iets te indringend
Kennis vanaf straalt, zo intens
Enigszins wakker onderzoeken we
de boom; is dit al dat er is
Het lijkt of het incompleet is
Wat is het gevoel van gemis
Na vele onderzoekingen
Draaien we ons dan rond
Wat is de ware wijsheid
Die in ons ooit ontstond
Ook hier is het al oneindig
En wijst het licht ons naar de plek
Waar die andere boom van leven
Alles overstraalt en het al bedekt
Zo dichtbij was het immer onzichtbaar
We konden er nooit omheen of voorlangs
Hij overkoepelt al het bestaande
En neemt kennis mee als mensheidskans
Zo blijven we steeds maar streven
En met onze neus op de waarheid staan
Onzichtbaar verborgen in het heden
Immer onderzoekend voorwaarts gaan.